Ik moet zeggen dat ik intoneren in die omgeving juist makkelijk vind, omdat je de kast als referentie kunt gebruiken. Als je even bewust oefent waar de kast zit als je in dat gebied oefent, kun je die tonen blindelings zuiver pakken. Wat die spreiding van de vingers betreft: dat leer je natuurlijk ook zo als je veel in dat gebied speelt. Gewoon doen, dan komt het vanzelf, daar kom je al corrigerend wel achter. Een goede oefening is meespelen met Band-in-a-box of een meespeelplaat, dan hoor je goed of je zuiver bent.
ik bedoel niet dat ik de tonen niet kan pakken of weet te vinden. Ik kan de g makkelijk lokaliseren.
Maar de afstand tussen bijvoorbeeld f, g of fis, g is best groot als je de g met de 3e vinger speelt ,zoals gebruikelijk. Waardoor ik de g moeilijker bij kan. Ik weet hoe ik hem moet intoneren maar ik moet hem steeds corrigeren vanwege de afstand/spreiding.
Misschien is dat ook een reden waarom veel contrabassisten de g als flageolet spelen bij een loopje naar de g toe(?).
Het kan misschien ook komen doordat mijn bas een vrij grote mensuur heeft.
Dat begrijp ik niet. Ik heb een 7/8ste bas en kleine handen, maar ik hoef überhaupt niet te strekken in die positie. Ik begin me af te vragen of de hoek die je met je linkerhand maakt wel deugt?
7/8 of 4/4 maakt zo weinig verschil dat dat het probleem niet kan zijn, dat scheelt maar een fractie. Ik denk dat het probleem is dat je je vingers daar recht wil houden. Niet doen, een beetje schuin mag best, voelt veel natuurlijker en vermindert daardoor de kans op blessures. Plus dat je probleem is opgelost natuurlijk.